"Er is destijds niet gezegd dat we na tien jaar weer andere e-bikes zouden moeten kopen."
De fietsbranche beleeft ongekende tijden. De omzet uit fietsverkopen groeide naar een record van bijna 1,7 miljard euro. Dat is een verdubbeling ten opzichte van 2010. Vorig jaar werden in totaal bijna 1,1 miljoen fietsen verkocht, waarvan de helft e-bikes.
En het feest voor de fietshandel is nog lang niet voorbij, want de e-bike blijkt een stuk minder duurzaam dan de fiets zonder hulpmotor. ,,Kijk, er zit nog geen krasje op. Ze fietsen nog heerlijk. We kochten ze tien jaar geleden. Joke een en ik een. De Gazelle Orion, voor 2200 euro per stuk. We konden er in de ecostand tochten van 80 kilometer mee maken. Nu nog maar 25 kilometer.’’
Utrechter Koos Boere heeft de fietsen in het schuurtje staan, maar weet niet wat ’ie ermee moet. ,,Niemand wil ze hebben. Ik heb het bij vier fietsenwinkels nagevraagd. Er worden geen onderdelen meer voor gemaakt. Een accu is niet leverbaar. Niemand ruilt ze in.’’ Spijt heeft Boere niet van de aankoop, maar een beetje verbolgen is hij wel. ,,Er is destijds niet gezegd dat we na tien jaar weer andere e-bikes zouden moeten kopen.’’ Koos (67) en Joke (65) hebben nieuwe fietsen gekocht - weer Gazelles, dit keer voor 2800 euro per stuk. Want steeds tochten maken met de opladers in de fietstas en dan anderhalf uur ergens wachten tijdens het opladen, was niet leuk meer.
"Wij vinden dat de fabrikant de techniek minimaal 10 jaar moet ondersteunen"
Martijn van ES van de Fietsersbond beaamt dat de levensduur van de techniek een probleem is. ,,Een laptop gaat vijf jaar mee, reken bij een e-bike op zo’n zeven tot tien jaar. Dan is het wel gedaan met de accu of de motor’’, zegt Martijn van Es. Dat is een heel verschil met de ouderwetse kwaliteitsfiets die met gemak 25 jaar haalde. De accu is doorgaans het eerste onderdeel dat de geest geeft. Er zijn wel nieuwe exemplaren te koop, maar niet voor ieder model. Een andere optie is revisie van de accu, dan worden er in de bestaande behuizing nieuwe cellen geplaatst, dat kost 200 tot 300 euro. Maar dat kan niet altijd, als het printplaatje in de accu kapot is, valt er weinig te repareren.
Van Es: ,,Wij horen het ook, dat er geen onderdelen meer zijn. Van een telefoon weet je ook dat ’ie het een paar jaar doet en er daarna geen support meer is van de fabrikant. De fiets wordt ook zo’n product. Aan de ene kant begrijpelijk, want de techniek schrijdt voort, aan de andere kant heel erg zonde. E-bikes zijn niet goedkoop. En qua duurzaamheid zou er een standaard moeten komen dat je nog reserveonderdelen kunt krijgen. Wij vinden dat fabrikanten de techniek minimaal tien jaar moet ondersteunen, dat alle onderdelen leverbaar blijven. Of de fabrikant zou na vijf of zeven jaar de techniek vrij moeten geven zodat ook derde partijen onderdelen aan kunnen bieden.’’
Coronacrisis
De fietsbranche profiteerde vorig jaar flink van de coronacrisis. De verkoop van e-bikes schoot met 30 procent omhoog naar 547.000 stuks; de helft van de nieuwe fietsen heeft nu een motor. De gemiddelde prijs van zo’n e-bike lag op 2259 euro, 20 procent meer dan in 2019. Voor een onbekend deel is dat ook een vervangingsmarkt, de eerste e-bikes geven de geest. Hoeveel mensen precies aan hun tweede of derde e-bike toe zijn is onduidelijk. Fietsen worden niet geregistreerd zoals auto’s, verkoopcijfers zijn gebaseerd op consumentenonderzoek.
De vergelijking met een laptop qua levensduur is niet zo gek. De e-bike wordt meer en meer een rijdende computer. Gps en navigatie zijn ingebouwd en het nieuwste types heeft een naadloze integratie met de smartphone. De motoren zijn inmiddels ook kleiner, krachtiger en lichter dan enkele jaren geleden. De kwaliteitsproblemen met de accu’s zijn voorbij, stelt de Fietsersbond. Om meer zekerheid te hebben dat de fiets over tien jaar nog te gebruiken is met een nieuwe accu, adviseert de Fietserbond om een fietsmerk met elektrotechniek van een A-merk te kopen. Bosch, Shimano of Bafang bijvoorbeeld.
Dat de accu’s kapot gaan, is echter onvermijdelijk. De levensduur is niet te voorspellen: die hangt af van gebruik, de opslag en de manier waarop er wordt geladen.
Voorraad
Het tekort aan onderdelen voor oudere e-bikes komt volgens de Bovag omdat er nog geen standaardisatie is in de e-bikemarkt, zegt Bovag-woordvoerder Tom Huyskens. ,,Tien jaar geleden zag je nog e-bikes waarbij de motor en de accu echt onderdeel van de fiets waren. Fabrikanten pionierden en probeerden veel technieken uit. Het ging om relatief kleine aantallen. Het zou voor fabrikanten heel duur zijn om al die jaren onderdelen daarvoor op voorraad te houden. De fietsindustrie heeft nog een heel lange weg te gaan met standaardisatie en opschalen, zoals bij de auto-industrie het geval is.’’
Hard gaat het wel. Accell Group in Heerenveen, de grootste e-bikefabrikant van de EU, verwacht dat er in heel Europa in 2030 18 miljoen e-bikes per jaar worden verkocht, vijf keer meer dan nu. Daarvan zal een groot deel vervanging zijn. Ook racefietsen, bakfietsen en mountainbikes krijgen steeds vaker een hulpmotor. Traditionele stadsfietsen zijn nog maar goed voor een kwart van de verkopen. Debbie de Wagenaar van Accell Group: ,,De technische levensduur van een e-bike is tien jaar. De reden dat mensen sneller een fiets willen, is innovatie of design. Afhankelijk van hoe de consument ermee omgaat, gaat de accu korter mee. Een motor gaat wel langer mee. Maar als iemand nu een fiets koopt, hebben we over acht jaar echt nog een nieuwe accu.’’
Bovag brengt bij de aangesloten fietshandelaren de revisie mogelijkheden van de accu’s onder de aandacht als alternatief. ,,Want je ziet bij fietsen van enkele jaren oud dat onderdelen schaars en schreeuwend duur zijn, dan betaal je alleen voor de accu soms al 700 euro, terwijl er specialisten zijn die de accu’s voor lagere kosten de cellen kunnen vervangen.’’
Bron: AD